Dyslexie

 

Er is nog veel onduidelijkheid over dyslexie. Echter de wetenschap is het er in ieder geval over eens dat dyslexie in grote mate erfelijk bepaald is. Kinderen van ouders met dyslexie hebben een veel grotere kans om zelf dyslexie te krijgen, dan kinderen waarbij het niet in de familie voorkomt.

De Kernvisie methode is ook geschikt voor dyslecten. Dyslexie komt in vele verschillende vormen voor. De één heeft moeite met spellen, de ander vooral met lezen en weer een ander met beiden. Daarnaast is het zo dat iedere persoon zijn of haar eigen moeilijkheden heeft. Maar hoe herken je het dan? Een aantal voorbeelden zijn:

 

Bij spellen:

-heel veel moeite hebben met bijvoorbeeld de letter b en de letter d. Deze worden veel door elkaar gehaald, aangezien ze elkaars spiegelbeeld zijn

-fonetisch schrijven, dus zo schrijven als je het woord hoort, bijvoorbeeld deesembur (december)

-letters en cijfers in spiegelbeeld schrijven

-letters door elkaar halen, bijvoorbeeld drop in plaats van dorp

-moeite met de dubbele klanken: eu, au, ou, oe, ui, ie, ei en ij

-moeite hebben met de plaats van een letter in het alfabet (hiervoor steeds opnieuw het liedje moeten opzeggen)

-moeilijk te lezen handschrift

(Hiernaast zie je als voorbeeld een stukje geschreven door mijn dochter)

 

Bij lezen:

-heel veel moeite hebben met bijvoorbeeld de letter b en de letter d. Deze worden veel door elkaar gehaald, aangezien ze elkaars spiegelbeeld zijn

-spellend lezen; letter voor letter ontcijferen en zo tot het woord komen

-steeds opnieuw een terugkomend woord moeten ontcijferen

-letters door elkaar halen, bijvoorbeeld drop in plaats van dorp

-moeite met de dubbele klanken: eu, au, ou, oe, ui

-onjuiste uitspraak bij het lezen van een lange klank, bijvoorbeeld het woord bomen. Er staat een oh, je spreekt het echter uit als een ooooooh

-radend lezen; raden wat er zal staan om zo sneller te kunnen lezen

-over woordjes als de, het en een heen lezen

-veel zoeken naar waar ze in de tekst gebleven zijn